Toen oma besloot dat naar opa gaan écht een goed idee was

Woensdag 24 augustus schreef ik de blog Oma: een ondeugend klein kind. Over de vasculaire dementie die oma en ons als familie in de greep hield. 12 december j.l. is hier een einde aangekomen. Hoewel enorm verdrietig, toch een zeer welkom einde. Zoals ik eerder het taboe rond vasculaire dementie en mantelzorg een beetje wilde doorbreken zo wil ik nu graag de lans breken rond de stervensfase, de rol die we daar zelf in speelden en de dagen erna.




We zijn vrijdag 2 december. Juist op tijd voor de lunch val ik de woon- eetkamer binnen en laat alles vallen om oma eten te kunnen geven. Haar droge boterham met kaas in vier stukken snijd ik nog enkele keren door maar besef te laat dat boter en jam ontbreken. Kortom, dat kan eigenlijk niet echt smaken. Door de thee doe ik wat verdikkingsmiddel en ik haal een slab voor haar. Het eten gaat oh zo moeizaam. Met veel moeite, en misschien ook tegenzin, eet ze de boterham op. Het is chaos in het verzorgingstehuis. In afwachting van het kunnen spreken van de medewerkers ruim ik de tafels af en de vaatwasser in. Met de verpleging heb ik een gesprek over haar afnemende eetlust en gewicht, over haar levensverwachting (of eigenlijk gebrek eraan). Ze verwachten dat oma de kerst echt nog wel zal halen. Na enkele uren vertrek ik weer. Zondag 4 december keer ik vanuit Zeeland weer huiswaarts. Mama brengt me naar de bus en even overweeg ik om eerder te vertrekken, zodat ik nog langs oma kan. Maar ik realiseer me dat ik reeds ben geweest en dat het geen toegevoegde waarde heeft.

In de week die volgt lees ik elke dag trouw de zorgrapportage. Ik zie dat oma slecht tot niet eet, heel moe is en communicatie moeilijk wordt. Ondanks alles wordt ze vrolijk van de aanwezigheid van Sinterklaas. Daar zijn dan ook mooie foto's van gemaakt.

Zondagochtend 11 december, een uur of 7. Een appje van mijn moeder. Ik kwam vanmorgen uit bed en zag dat Buitenrust gebeld had. Te lang om uit te leggen  niets acuuts lees de rapportage maar even. Ik klap mijn laptop open en ik lees bij. Ik schrik. Oma heeft heel de zaterdag in bed gelegen, niet gegeten... over niet acuut gesproken. Voor iemand die geen behandelingen meer krijgt, buiten comfort, is er buiten sterven geen acuut meer mogelijk denk ik. Twijfelen doe ik niet en beslis de koe bij de hoorns te vatten. We praten al heel lang over het zelf bestellen van de kist dus ik stuur mama een mail met enkele opties. Een half uur later heeft ze besteld en een paar uur later staat de kist in de garage. Een raar idee als je weet dat de persoon voor in de kist nog leeft. Niet veel later besluit ik die week niet te gaan werken. Oma is duidelijk stervende. Ik bel mijn baas om dat te regelen en dat is in orde. Ik overleg met vriendlief en besluit maandag na de neuroloog naar Nederland te gaan. Wachtend op nieuws uit Zeeland vertrekken we naar de kerstmarkt van het asiel waar Max vandaan komt. Als ik om een uur of 1 nog niets van mama heb gehoord stuur ik nog maar eens een berichtje naar mijn moeder. Hoe het nu eigenlijk gaat. Het gaat duidelijk niet goed. Als ik haar vraag of morgen, maandag, nog op tijd is om te komen zegt ze eerlijk dat ze het niet weet. En bijgevolg beslis ik dat ik vandaag nog naar mijn oma wil. Met Olivier wandel ik verstrooid nog over een kersthondenmarkt, ga naar huis, gooi verstrooid het een en ander in mijn koffer. Niet echt goed wetend wat mee te nemen en we rijden naar Zeeland. Om vijf uur stap ik binnen  en staan mijn oom, stiefvader en het zusje van oma op de gang. Al grappend vraag ik of ze allemaal op de gang gestuurd zijn. Blijkbaar zijn ze vrijwillig op de gang gaan staan vanwege het plaatsen van een morfine-vlindertje. Van mijn andere oma die bijna 3 jaar geleden is overleden weet ik dat het dan snel kan gaan. Ik loop door naar binnen. Als ik naakt met oma onder de douche heb gestaan dan kan ik ook wel zien hoe ze een morfine-vlinder plaatsen. Ik schrik. Wat is ze veranderd op een week. Haar wangen zijn ingevallen, haar mond staat open en het is duidelijk dat ze haar hoofd al lange tijd in dezelfde houding heeft staan.

Ik ga naast haar zitten, aan de kant waar ze me kan zien. Haar hand pak ik vast en overtuig mezelf van het idee dat ze me ziet, en dat ze dat fijn vindt. Misschien dringt het niet tot haar door. Misschien wel. In ieder geval put ik er troost uit. Voor nu, maar ook voor later. En ik wijk niet meer van haar zijde. Enkel voor het avondeten gaan we even met zijn allen in de cafetaria zitten en krijgen we van de afdeling frietjes met kroketten en frikandellen. Inmiddels is ook mijn oudste zus binnengewipt. Na het eten gaan we terug naar binnen. Het zusje van mijn oma neemt afscheid. Morgen vertrekt ze, normaal gezien, op vakantie naar Sri Lanka. Momenteel nog een beetje in dubio (maar ze besluit te gaan). Hoewel de rest van de familie naar huis gaat besluit ik te blijven. Ik wil oma niet alleen laten, dat kan ik niet. Mijn jongste zus komt langs en komt heel dapper de kamer in. We openen het doosje met kaasvlinders, een beetje oudbakken, en eten ze op. De roomboterstengels zijn niet meer te vreten dus die neemt zuslief mee naar de kippen.

Ze laat me achter en de verpleging brengt voor mij een bed, voor de nacht. Terwijl ik het installeer en mijn pyjama aandoe luister ik naar de ademhaling van oma. De verpleging is fantastisch. Zowel naar oma als naar mij toe. Hoewel ik enerzijds zin heb in allemaal lekkere dingen ben ik anderzijds te misselijk om te eten en vul ik de avond dus met naast oma thee drinken. Als ik eenmaal in bed lig stopt oma even met adem halen. Ik schiet rechtop en wil gaan kijken. Maar nog voordat ik sta haalt ze alweer adem. Ik besef dat ik dit niet zo kan, de hele nacht naast haar liggen. Aan de 'verkeerde' kant. Ik schuif, met behulp van de verpleging, haar bed aan de kant en zet de relaxfauteuil aan de goede kant met de leuning naar achteren en de voeten omhoog. Met de deken over mij heen slaap ik een redelijk goede nacht. Tijdens de morfine- en algemene check-momentjes word ik wakker maar sneller dan verwacht is het ochtend. De ochtendshift komt samen met de nachtshift binnen en bespreekt oppervlakkig de toestand van oma. Er wordt besloten dat mama gebeld moet worden. We zijn kwart voor acht. Mama besluit te komen voordat ze gaat werken. Mijn oom gaat eerst bijkomen van de slechte nacht. Om een uur of half 9, mama is er nog niet, krijg ik een misselijk gevoel in mijn maag en begin ik spontaan te huilen. Iets in mij zegt dat het nu wel eens heel snel kan gaan en ik beslis mijn oom te bellen met die mededeling. Zeggend dat ik er enorm naast kan zitten maar dat het in ieder geval niet goed gaat. Mama en mijn oom zijn iets later allebei aanwezig. Als mama iets later vertrekt, rond een uur of kwart over 9 en ik kijk naar oma merk ik een soort paniek op haar gezicht. Voor zover haar gezicht dat nog toelaat lijkt het alsof ze huilt. Tranen zijn er niet, ze ligt al te lang met haar ogen open. Ik druk op de bel en geef het aan bij de verpleging en ze besluiten de dokter te bellen en te vragen om een kalmerend middel. De dokter keurt het goed, maar het zal zeker een half uur duren voordat het op de afdeling is. De paniek lijkt langzaam te verdwijnen maar mijn oom gaat rond kwart over 10 toch maar eens vragen waar het blijft. Om ook maar eens wat te drinken te halen. Terwijl ik alleen met oma ben zet de Cheyne-Stokes-ademhaling zich in. Waarvan ik al enkele keren gedacht had dat het was gestart herken ik nu heel duidelijk. Ik druk op de knop en snel naar de keuken. Ik gebaar dat mijn oom nú moet komen en ga terug de kamer in. Ik ga naast oma zitten en hou haar hand vast. Zeg haar voor de zoveelste keer dat het goed is. Dat ze mag gaan, dat het tijd is om naar opa te gaan. En na enkele minuten ademt ze echt voor de allerlaatste keer uit. Op dat moment ervaar ik het meest bijzondere moment ooit met mijn oom.

We huilen in elkaars armen en dan start het 'zakelijke' proces. Oma begint snel te veranderen dus we besluiten de dekken over haar heen te leggen. De dokter wordt gebeld, die moet immers de dood officieel vaststellen alvorens de uitvaartondernemer 'aan de slag' kan. Gelukkig gebeurt dat snel. Niet veel later kan de laatste verzorging (ook wel afleggen genoemd) beginnen. Bijna het hele proces help ik. Enkel met het verwisselen van het incontinentiemateriaal ga ik even naar buiten. Dat was iets té intiem. Maar het wassen, het aankleden, het helpen kiezen van wel of geen bril, wel of geen sjaaltje, om haar er weer als oma uit te laten zien... zoiets is heel intens maar ik ben ongelooflijk blij dat ik erbij ben. En dan komen echte definitieve afsluitmomenten. Oma in de zak leggen en die dicht doen. Met ongelooflijk veel respect wordt dat gedaan, maar het blijft moeilijk. Woensdag is de kist af (nog niet helemaal droog). Mama en ik gaan met de kist naar het rouwcentrum en leggen oma in de kist, schroeven hem dicht. Tranen met tuiten huil ik. En het blijft maar komen. Er lijkt geen eind aan te komen. Op een gegeven verman ik mijzelf en zeg ik te moeten gaan. Op deze manier sta ik er volgende week nog.


Tussen al deze afsluitmomenten door finaliseren we de mis, die al heel lang in concept klaar ligt, en stellen we de afscheidsdienst in het rouwcentrum voor. We zoeken muziek, kiezen de juiste lezingen en psalmen,  en beslissen wie wat zal lezen. We geven door dat we kaasvlinders willen en bestellen de lekkerste spekkoek uit de regio. We schrijven de enveloppen voor de rouwkaarten en versturen de advertentie voor in de krant. We lezen de proefdruk voor de crematie na. We bestellen een bloemstuk voor op de kist en ronden onze zelf geschreven stukken af. Het zijn dagen vol emoties. Er wordt gelachen, gehuild, en het is een tijd van samenzijn.


En dan is daar die dag.

Vrijdag 17 december om 12 uur vertrekken we vanuit het rouwcentrum naar de kerk. Oma voorop. Bij de kerk zijn er al mensen die op ons staan te wachten. Die ons al willen condoleren, die ons al willen knuffelen en sterkte wensen. En hoewel het in eerste instantie fijn voelt, wil ik eigenlijk gewoon naar binnen. Nog een momentje rust voor de emotionele, rommelige dag die volgen gaat.

We rollen de kist naar binnen en zien aan de paarse vingers dat nog niet alle handgrepen droog zijn. We steken kaarsen aan, ik lees het Loflied van de Sterke Vrouw (Spreuken 31 -10:31 NBV) en ook mijn zussen, neefje, vriendlief, oom en mama slikken door hun tranen heen om mooie woorden te spreken. We rijden en tillen oma de kerk weer uit en rijden in rouwstoet naar het uitvaartcentrum om daar in de aula het laatste afscheid te nemen/ Met zelf gekozen muziek. Wegens een last-minute muzikale verandering zijn alle boekjes met de hand nog aangepast. Hier vertel ik over oma en mij. Over wat oma voor mij betekende, wat ze voor mij deed en dat ik ons laatste logeerpartijtje fantastisch vond. Mijn stem breekt bijna, 2 keer, maar ik hou vol. Totdat de aula leeg is en we nog maar alleen zijn met de familie. Als een klein kind begin ik te schreeuwen. Nu snap ik waarom Vlamingen huilen schreeuwen noemen. Mijn moeder komt en zegt, doe eens zachtjes, iedereen kan je horen, oma zou dit niet gewild hebben. Ze heeft gelijk. Afscheid nemen lijkt niet te kunnen. Ik kan er blijven staan maar rationeel weet ik dat het beter is om verder te gaan. Om de spekkoek te gaan snijden (mnom mnom), de slechte plakken al te verorberen en al een glas water te drinken voordat we ons in de menigte gaan gooien.

De eerste week is voorbij. Nu komt het harde werk. Het verwerken van een verlies, de confrontatiemomenten,...

Liefs Leonieke Volg mij nu ook op Facebook - Bloglovin - Instagram

Reacties

Populaire posts